Nu kan ik wel inpakken
ik heb gezien waar ik voor kwam
bijna was ik het vergeten
geen moment
op dat moment
dat ik er nog aan dacht
We liepen door de jungle
eindelijk, de enige echte
die ene waar ik altijd al
eens wilde zijn
zonder te bedenken
dat ik gewoon kon gaan
Goed, we liepen dus,
niet snel
maar langzaam
gedwongen langzaam
met de man met machete
rustig zwaaiend voorop
Geen haast, want
dat kennen ze hier niet
dat hoeft ook niet
daar is het veel te warm
en vochtig voor
en het heeft me in z’n greep
Ok, we liepen dus
en er waren muggen
en mieren
rode, je weet wel,
en ze staken, nee
ze beten me venijnig
En ik dacht alleen
aan de mieren
en de muggen
en de hitte
en het vocht
en alles irriteerde
En de man stopte
wees met de punt van z’n mes
naar de vork in de oerboom
waar een berg takken
groter dan een karrenwiel
was gelegd
Ik zag het niet meteen
omdat de mieren
omdat de muggen
omdat het vocht en de
hitte en klompen modder
aan m’n schoenen
Ik zag het niet
omdat ik altijd de dingen
pas zie
na het moment en
we waren niet op zoek
keken naar de grond
Hij bleef wijzen
en ik bleef kijken
tot ik het zag
eindelijk dan toch
een kopje zo klein
als een uilskuiken
De kleine harpij keek
naar mij en ik keek
en ik hoefde niet meer
te denken
aan mieren muggen vocht
of vaalrode klei
Nu kan ik dus naar huis
toch ga ik niet
want ik ben nog hier
en ik heb de tijd en
geen enkele haast
en alles went