Er vreet iets aan de heggenvrat

Heggenmus IM 20 web

Hij bouwde een vogelkastje

zonder gaatje of scharnieren.

Zonder stokje om op te rusten

of op de uitkijk te staan.

 

De kist staat klaar

gevuld met satijn, de deksel ernaast.

Het kan nog wel wachten,

eerst nog de lente; eerst een nieuw geluid.

 

De ratten zijn terug.

Met de kippen het voer

en daarmee dus de ratten

 

en de val.

 

Een tunnel vol vogelvoer

en licht aan beide zijden.

De klep viel hard

op de heggenmus.

 

Het staartje of de nek,

dat zag hij niet,

alleen een roerloos lijfje.

 

Als iets hem speet

dan was het wel

hoe hij gevederde vrienden

kwetste uit onbezonnenheid.

 

Met tranen in zijn ogen

pakte hij het luchtige pakketje

en schrok van toch een hartslag.

 

Hij schudde en schudde

blies lucht in zijn vuist

stak het kopje onder de kraan

en voelde de slagen terugkomen.

 

Op de houten bank in de tuin

liet hij het wezentje alleen

en volgde vanachter glas de posities

waarop de zon haar vlammenkrans liet stralen.

 

De mus op zijn pootjes,

schuddend vanuit shock,

de veren herschikkend.

 

En weg vloog hij, alsnog